Le litige pendant devant le juge a quo concerne une personne qui, après correctionnalisation et en état de récidive au sens de l'article 56, alinéa 2, du Code pénal, est condamnée à une peine d'emprisonnement principale de dix ans, entre autres pour tentative d'assassinat.
Het voor de verwijzende rechter hangende geschil betreft een persoon die, na correctionalisering en in staat van wettelijke herhaling in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, is veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van tien jaar wegens, onder andere, poging tot moord.