Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "quo concerne une personne belgo-marocaine " (Frans → Nederlands) :

L'arrêt de renvoi fait apparaître que la demande de déchéance de nationalité pendante devant le juge a quo concerne une personne belgo-marocaine, qui a acquis la nationalité par déclaration de nationalité, et que la demande de déchéance est fondée sur un manquement grave aux devoirs de citoyen belge (le deuxième cas énoncé par le paragraphe 1 de l'article 23); les faits cités à l'appui de cette demande portent notamment sur une condamnation pour participation à une organisation terroriste, visée à l'article 23/1, § 1 , 1°, du même Code.

Uit het verwijzingsarrest blijkt dat de voor de verwijzende rechter hangende vordering tot vervallenverklaring van de nationaliteit betrekking heeft op een Belgisch-Marokkaans persoon, die de nationaliteit door nationaliteitsverklaring heeft verkregen, en dat de vordering tot vervallenverklaring is gebaseerd op een ernstige tekortkoming aan de verplichtingen als Belgische burger (het tweede geval dat in paragraaf 1 van artikel 23 is vermeld); de ter ondersteuning van die vordering aangehaalde feiten betreffen met name een veroordeling wegens deelname aan een terroristische organisatie, bedoeld in artikel 23/1, § 1, 1°, van hetzelfde Wet ...[+++]


Comme il est dit en B.3, le litige pendant devant le juge a quo concerne l'indemnité compensatoire de préavis due à une personne ayant le statut d'employé, licenciée à tort pour motif grave le 15 novembre 2013.

Zoals in B.3 is vermeld, heeft het voor de verwijzende rechter hangende geschil betrekking op de compenserende opzeggingsvergoeding die verschuldigd is aan een persoon met het statuut van bediende, die op 15 november 2013 onterecht werd ontslagen om dringende reden.


En janvier 2014, vous avez été interrogé par ma collègue Zoé Genot concernant l'octroi de la protection diplomatique à un citoyen belgo-marocain détenu au Maroc (question orale n° 22164, CRIV 53 COM 945, p. 17).

In januari 2014 heeft mijn collega Zoé Genot u een vraag gesteld over het verlenen van diplomatieke bescherming aan een Belgisch-Marokkaanse gedetineerde die in Marokko in de gevangenis zit (mondelinge vraag nr. 17710, CRIV 53 COM 913, blz. 53).


Il ressort de l'arrêt qui interroge la Cour que le litige pendant devant le juge a quo concerne un allocataire qui était isolé et dont les enfants bénéficiaient en conséquence du supplément d'allocations familiales prévu par la disposition en cause, qui s'est ensuite remarié à l'étranger avec une personne de nationalité étrangère qui n'a pas obtenu les autorisations nécessaires à son entrée sur le territoire et qui, pour cette raison, n'a pas pu faire partie du ménage de l'attributaire.

Uit het arrest waarin aan het Hof een vraag wordt gesteld, blijkt dat het voor de verwijzende rechter hangende geschil betrekking heeft op een bijslagtrekkende die alleenstaande was en wiens kinderen bijgevolg de in de in het geding zijnde bepaling bedoelde verhoogde kinderbijslag genoten, en die vervolgens opnieuw is gehuwd in het buitenland met een persoon van vreemde nationaliteit die niet de vereiste machtigingen heeft verkregen om het grondgebied te betreden en die om die reden geen deel heeft kunnen uitmaken van het gezin van de ...[+++]


Le litige pendant devant le juge a quo concerne une personne qui, après correctionnalisation et en état de récidive au sens de l'article 56, alinéa 2, du Code pénal, est condamnée à une peine d'emprisonnement principale de dix ans, entre autres pour tentative d'assassinat.

Het voor de verwijzende rechter hangende geschil betreft een persoon die, na correctionalisering en in staat van wettelijke herhaling in de zin van artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, is veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van tien jaar wegens, onder andere, poging tot moord.


Il ressort des éléments de la cause et des motifs de la décision de renvoi que le litige pendant devant le juge a quo concerne des cotisations à l'impôt des non-résidents - personnes physiques - et à la taxe communale additionnelle établies à charge d'une résidente fiscale en France qui travaille en Belgique pour l'Association intercommunale des oeuvres médico-sociales des arrondissements d'Arlon et de Virton (A.I.O.M.S.), pour les exercices d'imposition 1995, 1996 et 1997.

Uit de gegevens van de zaak en uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het voor de verwijzende rechter hangende geschil betrekking heeft op aanslagen in de belasting van niet-inwoners - natuurlijke personen - en in de aanvullende gemeentebelasting die voor de aanslagjaren 1995, 1996 en 1997 zijn gevestigd ten laste van een fiscaal inwoner van Frankrijk die in België voor de « Association intercommunale des oeuvres médico-sociales des arrondissements d'Arlon et de Virton » (A.I.O.M.S.) werkt.


Dès lors que l'objet de l'arrêté du Collège réuni en cause devant le juge a quo concerne les seules conditions d'agrément auxquelles doivent répondre les établissements pour personnes âgées et trouve son fondement dans les articles 11 à 19 de l'ordonnance du 24 avril 2008, la réponse à la deuxième question préjudicielle, qui renvoie aux normes de programmation visées par les articles 4 à 10 de l'ordonnance, ne peut être utile à la solution du litige soumis au juge a quo ...[+++]

Aangezien het voorwerp van het besluit van het Verenigd College dat in het geding is voor de verwijzende rechter, alleen betrekking heeft op de erkenningsvoorwaarden waaraan de voorzieningen voor bejaarde personen moeten voldoen en zijn grondslag vindt in de artikelen 11 tot 19 van de ordonnantie van 24 april 2008, kan het antwoord op de tweede prejudiciële vraag, die verwijst naar de in de artikelen 4 tot 10 van de ordonnantie beoogde programmeringsnormen, niet nuttig zijn voor het oplossen van het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil.


Partant de ce point de vue, le juge a quo demande à la Cour si l'article 577 du Code judiciaire, modifié par l'article 5 de la loi du 26 mars 2014, viole les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce que les appels des jugements entre entreprises, à savoir entre toutes personnes qui poursuivent durablement un but économique, concernant un acte accompli dans la poursuite de ce but, rendus par le juge de paix (en vertu de ses comp ...[+++]

Uitgaande van die zienswijze wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 maart 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdh ...[+++]


L'article 201 du CIR 1992, tel qu'il est applicable au litige soumis au juge a quo, disposait : « Dans les cas visés à l'article 69, § 1, alinéa 1, 1°), la déduction pour investissement est déterminée comme suit : 1° en ce qui concerne les sociétés résidentes dont les actions ou parts, représentant la majorité des droits de vote, sont détenues à concurrence de plus de la moitié par une ou plusieurs personnes physiques et qui ne fon ...[+++]

Artikel 201 van het WIB 1992, zoals het van toepassing is op het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil, bepaalde : « In de gevallen als vermeld in artikel 69, § 1, eerste lid, 1°, wordt de investeringsaftrek als volgt vastgesteld : 1° met betrekking tot binnenlandse vennootschappen waarvan de aandelen voor meer dan de helft toebehoren aan één of meer natuurlijke personen die de meerderheid van het stemrecht vertegenwoordigen, en die geen deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort als vermeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van de coördinatiecentra, is het p ...[+++]


Concernant la coopération judiciaire en matière pénale: Lors de la réunion de la commission mixte pénale, qui s'est déroulée dans une climat fructueux et de confiance mutuelle, les parties belges et marocaines se sont mises d'accord sur une meilleure collaboration réciproque, basée notamment sur une transmission d'information accrue dans le cadre des dossiers individuels existants et à venir d'entraide judiciaire, d'extradition et de transfèrement interétatiques de personnes condamnées. ...[+++]

Betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken: Tijdens de vergadering van de gemengde commissie strafzaken, die in een vruchtbaar klimaat van wederzijds vertrouwen is verlopen, zijn de Belgische en Marokkaanse partijen overeengekomen tot een betere wederzijdse samenwerking, meer bepaald vanuit een doorgedreven informatieuitwisseling in het kader van de bestaande en toekomstige individuele dossiers inzake wederzijdse rechtshulp, uitlevering en tussenstaatse overbrenging van veroordeelde personen.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

quo concerne une personne belgo-marocaine ->

Date index: 2024-10-19
w