Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Action en contestation
Contestation
Contester
Obligation de statu quo
Scénario MSQ
Scénario de maintien de statu quo
Scénario de statu quo
Scénario tendanciel

Traduction de «quo conteste » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
scénario de maintien de statu quo | scénario de statu quo | scénario MSQ | scénario tendanciel

BAU-scenario | scenario met ongewijzigd beleid


Accord, du 5 mars 1973, modifiant l'accord des représentants des Gouvernements des Etats membres réunis au sein du Conseil, du 28 mai 1969, concernant le statu quo et l'information de la Commission

Akkoord van 5 maart 1973 houdende wijziging van het Akkoord van de Vertegenwoordigers van de Regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 28 mei 1969 betreffende de status-quo en de kennisgeving aan de Commissie








TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Dans son mémoire, l'appelant devant le juge a quo conteste l'application de la disposition en cause au litige au fond.

In zijn memorie betwist de appellant voor het verwijzende rechtscollege dat de in het geding zijnde bepaling van toepassing is op het bodemgeschil.


Le litige devant le juge a quo concerne un enfant majeur dont la filiation paternelle a été modifiée en raison d'une action en contestation de la paternité présumée combinée à une action en recherche de paternité, introduites par cet enfant majeur en application, respectivement, des articles 318 et 322 du Code civil, ces actions étant jugées fondées.

Het geschil voor de verwijzende rechter heeft betrekking op een meerderjarig kind wiens afstamming van vaderszijde is gewijzigd wegens een vordering tot betwisting van het vermoedelijke vaderschap, gecombineerd met een vordering tot onderzoek naar het vaderschap, beide ingesteld door dat meerderjarige kind met toepassing van, respectievelijk, de artikelen 318 en 322 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij die vorderingen gegrond zijn verklaard.


Il ressort des faits du litige soumis au juge a quo que plusieurs propriétaires de parcelles non bâties contestent le paiement d'un impôt fondé sur un règlement-taxe communal du 27 juin 2013, dont l'article 3.2.5 du décret en cause constituerait la base légale.

Uit de feiten van het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil blijkt dat verschillende eigenaars van onbebouwde percelen de betaling betwisten van een belasting die gegrond is op een gemeentelijk belastingreglement van 27 juni 2013, waarvan artikel 3.2.5 van het in het geding zijnde decreet de rechtsgrond zou vormen.


Le juge a quo demande à la Cour si l'article 1022 du Code judiciaire est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que, dans une procédure judiciaire, la partie qui obtient gain de cause reçoit une indemnité de procédure, alors que, dans une procédure devant le Conseil des contestations électorales, la partie qui obtient gain de cause ne peut recevoir une indemnité de procédure et doit intenter une action en responsabilité devant les juridictions ordinaires sur la base de l'article 1382 du Code civil si elle veut obtenir l'indemnisation des ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre in een gerechtelijke procedure de in het gelijk gestelde partij een rechtsplegingsvergoeding wordt toegekend, terwijl in een procedure voor de Raad voor Verkiezingsbetwistingen de in het gelijk gestelde partij geen rechtsplegingsvergoeding kan verkrijgen en een aansprakelijkheidsvordering dient in te stellen voor de gewone rechtscolleges op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetb ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
La juridiction a quo demande si l'article I. 3, 69°, g), du Code de l'enseignement supérieur, coordonné par l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 octobre 2013 portant codification des dispositions décrétales relatives à l'enseignement supérieur (ci-après : le Code de l'enseignement supérieur) est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que des (candidats) étudiants ne bénéficient pas d'un recours devant le Conseil pour les contestations relatives aux décisions sur la progression des études (ci-après : le Conseil) contre une décision de ref ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel I. 3, 69°, g), van de Codex Hoger Onderwijs, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2013 tot codificatie van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs (hierna : Codex Hoger Onderwijs), bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat (kandidaat-) studenten geen beroepsmogelijkheid bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen (hierna : de Raad) hebben tegen een beslissing waarbij het voor de eerste keer opnemen van ...[+++]


Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale conteste la pertinence de la question préjudicielle pour la solution du litige devant le juge a quo, en ce qu'il serait question, en l'espèce, d'une « pollution orpheline ».

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering betwist de relevantie van de prejudiciële vraag voor de beslechting van het geschil voor de verwijzende rechter, aangezien in casu sprake zou zijn van een « weesverontreiniging ».


Le Conseil des ministres conteste la pertinence de la question préjudicielle pour trancher le litige soumis au juge a quo.

De Ministerraad betwist de relevantie van de prejudiciële vraag voor de beslechting van het bodemgeschil.


Le juge a quo indique ensuite que l'expertise du tribunal de commerce dans les contestations entre entreprises et sa composition spécifique constituent une garantie pour les justiciables concernés, dont on ne pourrait priver sans justification raisonnable des personnes se trouvant dans des circonstances comparables.

De verwijzende rechter vermeldt vervolgens dat de vertrouwdheid van de rechtbank van koophandel met ondernemingsgeschillen en haar specifieke samenstelling een waarborg vormen voor de betrokken rechtzoekenden, die niet zonder redelijke verantwoording zou mogen worden ontzegd aan personen die zich in vergelijkbare omstandigheden bevinden.


Partant de ce point de vue, le juge a quo demande à la Cour si l'article 577 du Code judiciaire, modifié par l'article 5 de la loi du 26 mars 2014, viole les articles 10 et 11 de la Constitution « en ce que les appels des jugements entre entreprises, à savoir entre toutes personnes qui poursuivent durablement un but économique, concernant un acte accompli dans la poursuite de ce but, rendus par le juge de paix (en vertu de ses compétences spéciales qui découlent de l'article 591 du Code judiciaire) ne sont plus portés devant le tribunal de commerce mais devant le tribunal de première instance, alors que toutes les contestations entre entreprises c ...[+++]

Uitgaande van die zienswijze wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 577 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij artikel 5 van de wet van 26 maart 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt « doordat de hogere beroepen tegen vonnissen tussen ondernemingen, namelijk tussen alle personen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, die betrekking hebben op een handeling verricht in het kader van de verwezenlijking van dat doel, gewezen door de vrederechter (krachtens diens bijzondere bevoegdheden die volgen uit artikel 591 van het Gerechtelijk Wetboek) niet langer voor de rechtbank van koophandel doch voor de rechtbank van eerste aanleg worden gebracht, terwijl alle g ...[+++]


Le juge a quo souhaite savoir si l'article 330, § 1, alinéa 4, du Code civil est compatible avec les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il impose à l'enfant âgé de plus de 22 ans un délai d'un an, à compter de la découverte du fait que la personne qui l'a reconnu n'est pas son père, pour intenter une action en contestation d'une reconnaissance de paternité, et ceci dans l'hypothèse où la reconnaissance paternelle ne correspond ni à la vérité biologique, ni à la vérité socio-affective.

De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 330, § 1, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre daarin aan het kind ouder dan 22 jaar een termijn wordt opgelegd van één jaar vanaf de ontdekking van het feit dat de persoon die het heeft erkend zijn vader niet is om een vordering tot betwisting van een vaderlijke erkenning in te stellen en zulks in de hypothese dat de vaderlijke erkenning noch met de biologische noch met de socioaffectieve waarheid overeenstemt.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

quo conteste ->

Date index: 2021-05-22
w