Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Dette éventuelle
Engagement conditionnel
Incapacité de travail permanente certaine ou éventuelle
Obligation de statu quo
Passif éventuel
Scénario MSQ
Scénario de maintien de statu quo
Scénario de statu quo
Scénario tendanciel

Traduction de «quo et éventuellement » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
scénario de maintien de statu quo | scénario de statu quo | scénario MSQ | scénario tendanciel

BAU-scenario | scenario met ongewijzigd beleid


dette éventuelle | engagement conditionnel | passif éventuel

niet in de balans opgenomen verplichting | voorwaardelijke verbintenis | voorwaardelijke verplichting


Définition: La caractéristique essentielle de ce trouble est une préoccupation persistante concernant la présence éventuelle d'un ou de plusieurs troubles somatiques graves et évolutifs, se traduisant par des plaintes somatiques persistantes ou par une préoccupation durable concernant l'apparence physique. Des sensations et des signes physiques normaux ou anodins sont souvent interprétés par le sujet comme étant anormaux ou pénibles. L'attention du sujet se concentre habituellement sur un ou deux organes ou systèmes. Il existe souvent une dépression et une anxiété importantes, pouvant justifier un diagnostic supplémentaire. | Dysmorphoph ...[+++]

Omschrijving: Het essentiële kenmerk is een voortdurende preoccupatie met de mogelijkheid één of meer ernstige en progressieve lichamelijke ziekten te hebben. Patiënten geven blijk van aanhoudende somatische klachten of een voortdurende preoccupatie met hun uiterlijk. Normale of alledaagse gevoelens en verschijnselen worden door patiënten dikwijls uitgelegd als abnormaal en kwellend en de aandacht is doorgaans gericht op slechts één of twee organen of systemen van het lichaam. Duidelijke depressiviteit en angst zijn vaak aanwezig en kunnen aanvullende diagnosen rechtvaardigen. | Neventerm: | verstoorde lichaamsbeleving [body dysmorphic d ...[+++]


Fœtus et nouveau-né affectés par des affections maternelles, éventuellement sans rapport avec la grossesse actuelle

gevolgen voor foetus en pasgeborene door aandoeningen van moeder welke niet gerelateerd hoeven te zijn aan huidige zwangerschap


Définition: Episode dépressif, éventuellement prolongé, survenant au décours d'une maladie schizophrénique. Certains symptômes schizophréniques positifs ou négatifs doivent encore être présents, mais ne dominent plus le tableau clinique. Ce type d'état dépressif s'accompagne d'un risque accru de suicide. Si le patient ne présente plus aucun symptôme schizophrénique, on doit faire un diagnostic d'épisode dépressif (F32.-). Si les symptômes schizophréniques restent florides et au premier plan de la symptomatologie, on doit garder le diagnostic de la forme clinique appropriée de schizophrénie (F20.0-F20.3).

Omschrijving: Een depressieve episode, die langdurig kan zijn, optredend in de nasleep van een schizofrene ziekte. Enkele schizofrene symptomen, hetzij 'positieve', hetzij 'negatieve', moeten nog aanwezig zijn, maar zij domineren niet meer het klinische beeld. Deze depressieve toestanden gaan samen met een vergroot risico voor suïcide. Als de patiënt geen enkel schizofreen symptoom meer heeft dient een depressieve episode te worden gediagnosticeerd (F32,-). Als schizofrene symptomen nog floride en opvallend zijn dient de diagnose die van het-van- toepassing-zijnde schizofrene subtype te blijven (F20.0-F20.3).




incapacité de travail permanente certaine ou éventuelle

zekere of vermoedelijke blijvende arbeidsongeschiktheid
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Examinant cette demande, la juridiction a quo s'interroge sur l'éventuelle limitation, par l'article 3 en cause, du droit à l'indemnisation des dommages matériels de la personne lésée sur la base de l'article 19bis-11, § 2, de la loi du 21 novembre 1989, lorsque la demande est dirigée contre son propre assureur responsabilité civile.

Het verwijzende rechtscollege onderzoekt die vordering en staat stil bij de eventuele beperking, bij het in het geding zijnde artikel 3, van het recht op de vergoeding van de materiële schade van de benadeelde persoon op grond van artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989 wanneer de vordering is gericht tegen de eigen verzekeraar burgerrechtelijke aansprakelijkheid.


Contrairement à ce que soutiennent les parties demanderesses devant le juge a quo, il ne pourrait être déduit de la seule application des dispositions en cause qui déterminent un montant forfaitaire global pour l'allocation de base « Rétribution des avocats chargés de l'aide juridique », en ce qu'elles pourraient éventuellement avoir pour conséquence une baisse de la valeur du point indemnisant les avocats concernés, qu'elles ont effectivement pu avoir une incidence sur les prestations qui ont été accomplies avant qu'elles aient été adoptées.

In tegenstelling tot hetgeen de eisende partijen voor de verwijzende rechter aanvoeren, zou uit de loutere toepassing van de in het geding zijnde bepalingen waarbij een globaal forfaitair bedrag voor de basisallocatie « Vergoedingen van de advocaten belast met de gerechtelijke bijstand » wordt vastgesteld, in zoverre zij eventueel een waardevermindering van het punt betreffende de vergoeding van de betrokken advocaten tot gevolg zouden kunnen hebben, niet kunnen worden afgeleid dat die daadwerkelijk een weerslag kunnen hebben gehad op de prestaties die zijn verricht, voordat zij waren aangenomen.


Dès lors que ce dommage serait, selon la jurisprudence de la Cour de cassation, limité aux « montants payés sans bénéficier de prestations de travail en contrepartie », le juge a quo interroge la Cour sur une éventuelle différence de traitement injustifiée entre les employeurs publics qui ont subi un dommage limité aux montants payés sans bénéficier de prestations de travail et ceux qui ont dû opérer d'autres décaissements qui n'auraient pas dû l'être sans l'accident.

Aangezien die schade zich volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie zou beperken tot « de betalingen die zijn verricht zonder tegenprestaties van arbeid te genieten », stelt de verwijzende rechter het Hof vragen over een eventueel onverantwoord verschil in behandeling tussen de openbare werkgevers die schade hebben geleden die zich beperkt tot de uitbetalingen die zijn verricht zonder arbeidsprestaties te genieten en diegenen die andere uitbetalingen hebben moeten verrichten die zonder het ongeval niet hadden moeten worden verricht.


Le juge a quo pose à la Cour quatre questions préjudicielles : les deux premières concernent l'éventuelle autorisation d'exproprier par le biais de l'arrêté du Gouvernement approuvant le programme, qui serait prévue dans la disposition en cause, et les deux autres questions concernent l'éventuelle dispense de motivation de l'urgence qu'organiserait la disposition en cause.

De verwijzende rechter stelt aan het Hof vier prejudiciële vragen : de eerste twee hebben betrekking op de mogelijke toestemming om te onteigenen door middel van het besluit van de Regering ter goedkeuring van het programma, waarin de in het geding zijnde bepaling zou voorzien, en de andere twee vragen hebben betrekking op de mogelijke vrijstelling om de dringende noodzakelijkheid met redenen te omkleden, waarin de in het geding zijnde bepaling zou voorzien.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
La juridiction a quo demande si l'article 216bis du Code d'instruction criminelle est compatible avec l'article 12, alinéa 2, in fine, de la Constitution, combiné ou non avec les articles 10 et 11 de la Constitution et avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que le ministère public, après avoir intenté l'action publique, peut inviter ou non « les justiciables qui ont manifesté, le cas échéant, leur volonté de réparer le dommage causé à autrui à conclure une transaction, sans que cette invitation et d'éventuelles transactions conclu ...[+++]

Het verwijzende rechtscollege vraagt of artikel 216bis van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met artikel 12, tweede lid, in fine, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het openbaar ministerie, na het instellen van de strafvordering, « rechtsonderhorigen, die desgevallend hun bereidheid te kennen gaven de aan een ander veroorzaakte schade te vergoeden, al dan niet een verzoek tot minnelijke schikking kan doen zonder enige voldoende, effectieve en inhoudelijke rechterlijke controle op het verzoek ...[+++]


Il ressort des éléments contenus dans le jugement de renvoi que le juge a quo interroge la Cour sur une éventuelle discrimination entre, d'une part, les personnes morales responsables des cotisations de leurs mandataires indépendants et, d'autre part, « les autres assujettis et les autres responsables solidaires »; le juge a quo se réfère plus précisément au régime des travailleurs salariés dans lequel l'employeur n'est redevable des cotisations pour un travailleur qui exerce différents emplois qu'en raison du travail exercé au sein de son entreprise, et à la responsabilité solidaire du commettant pour le paiement des cotisations dues p ...[+++]

Uit de elementen van het verwijzingsvonnis blijkt dat de verwijzende rechter aan het Hof een vraag stelt over een eventuele discriminatie tussen, enerzijds, de rechtspersonen die aansprakelijk zijn voor de bijdragen van hun zelfstandige mandatarissen en, anderzijds, « de andere onderworpenen en de andere hoofdelijke aansprakelijken »; de verwijzende rechter refereert meer bepaald aan het stelsel van de werknemers in loondienst waarin de werkgever voor een werknemer die verschillende betrekkingen uitoefent enkel de bijdragen verschuldigd is in verhouding tot het werk dat binnen zijn onderneming wordt uitgevoerd, en aan de hoofdelijke aan ...[+++]


Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 8, § 1, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail avec le principe d'égalité et de non-discrimination, en ce que cette disposition ne prévoit pas de présomption réfragable en vertu de laquelle un accident survenu sur le chemin du travail est réputé survenu par le fait de l'exécution du contrat de travail et en ce que la charge de la preuve quant au motif justifiant une pause éventuelle (ou un éventuel détour) incombe à la victime ou à ses ayants droit, alors que pour un accident du travail stricto sensu, une telle présomption réfragable existe.

De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, van artikel 8, § 1, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, doordat die bepaling niet voorziet in een weerlegbaar vermoeden dat een arbeidswegongeval wordt geacht als overkomen door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en doordat het slachtoffer of zijn rechthebbenden het bewijs moeten leveren van de reden die een eventueel oponthoud (of een eventuele omweg) verantwoordt, terwijl voor een ar ...[+++]


Selon le Gouvernement flamand et le Conseil des ministres, la question préjudicielle n'appellerait pas de réponse, d'une part, parce que le juge a quo aurait adopté une interprétation erronée de la disposition en cause et, d'autre part, parce qu'une éventuelle déclaration d'inconstitutionnalité de la part de la Cour n'améliorerait pas réellement la situation de la partie défenderesse devant le juge a quo.

Volgens de Vlaamse Regering en de Ministerraad zou de prejudiciële vraag geen antwoord behoeven omdat, enerzijds, de verwijzende rechter een verkeerde interpretatie van de in het geding zijnde bepaling zou hebben aangenomen, en, anderzijds, een eventuele ongrondwettigheidsverklaring door het Hof de situatie van de verwerende partij voor de verwijzende rechter niet wezenlijk zou verbeteren.


En affirmant qu'une éventuelle réponse positive à la question préjudicielle posée concernant le champ d'application limité de l'article 299 de la loi-programme ne saurait avoir pour effet que le juge a quo appliquât l'article 12bis du Code de la nationalité belge dans l'interprétation qui lui a été donnée par la Cour de cassation, parce que le juge a quo devrait tenir compte de la volonté expresse du législateur, le Conseil des Ministres soulève une exception dont l'examen se confond avec celui du fond de l'affaire.

Door te beweren dat een eventueel positief antwoord op de gestelde prejudiciële vraag betreffende het beperkte toepassingsgebied van artikel 299 van de programmawet niet tot gevolg kan hebben dat de verwijzende rechter artikel 12bis van het Wetboek van de Belgische nationaliteit zou toepassen in de interpretatie eraan gegeven door het Hof van Cassatie, omdat de verwijzende rechter rekening zou moeten houden met de duidelijke wil van de wetgever, werpt de Ministerraad een exceptie op waarvan het onderzoek samenvalt met het onderzoek over de grond van de zaak.


A l'audience du 26 novembre 1997, l'avocat des parties requérantes devant le juge a quo demande que le Conseil des ministres confirme le point de vue développé dans son mémoire du 31 janvier 1997 avant que la Cour ne renvoie éventuellement l'affaire au juge a quo.

Op de terechtzitting van 26 november 1997 vraagt de advocaat van de verzoekende partijen voor de verwijzende rechter dat de Ministerraad het in zijn memorie van 31 januari 1997 uiteengezette standpunt bevestigt vooraleer het Hof de zaak eventueel naar de verwijzende rechter terugzendt.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

quo et éventuellement ->

Date index: 2023-11-20
w