Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "quo selon laquelle " (Frans → Nederlands) :

Il résulte de ceci que, dans l'interprétation de l'article 21, § 1, alinéa 3, du décret du 16 janvier 2004 retenue par le juge a quo, selon laquelle l'administration communale d'une commune non située en Région flamande ne peut pas recouvrer à charge d'une commune de la Région flamande les honoraires et frais que cette administration a supportés pour une demande d'autorisation de crémation d'une personne décédée sur son territoire mais domiciliée en Région flamande, la Région flamande rend l'exercice efficace de la politique d'une autre région en matière de funérailles et sépultures exagérément difficile.

Daaruit volgt dat in de door de verwijzende rechter aangenomen interpretatie van artikel 21, § 1, derde lid, van het decreet van 16 januari 2004 volgens welke het voor een gemeentebestuur van een ander gewest onmogelijk is de door dat bestuur gedragen erelonen en kosten voor een aanvraag tot toestemming voor crematie van een persoon die overleden is in dat gewest, te verhalen op een gemeente van het Vlaamse Gewest, het Vlaamse Gewest het andere gewest overdreven moeilijk maakt zijn beleid op het vlak van de begraafplaatsen en de lijkbezorging doelmatig te voeren.


La Cour examine l'article 2bis du titre préliminaire du Code de procédure pénale, disposition en cause dans la première question préjudicielle, dans l'interprétation du juge a quo selon laquelle les frais et honoraires du mandataire ad hoc ne sont pas visés par l'article 2 de la loi-programme (II) du 27 décembre 2006 et ne sont donc pas pris en charge par l'Etat.

Het Hof onderzoekt artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, bepaling die in het geding is in de eerste prejudiciële vraag, in de interpretatie van de verwijzende rechter volgens welke de kosten en erelonen van de lasthebber ad hoc niet worden beoogd door artikel 2 van de programmawet (II) van 27 december 2006, en derhalve niet door de Staat ten laste worden genomen.


Par les première et deuxième questions préjudicielles, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de cette disposition avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil, sans qu'un intérêt juridique particulier doive être démontré (première question préjudicielle), ou selon laquelle le ministère public dispose d'un droit d'appel illimité à l'encontre d'une ordonnance de la chambre du conseil, tout en devant démontrer un intérêt juridique partic ...[+++]

Met de eerste en tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of die bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer zij aldus wordt geïnterpreteerd dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, zonder dat hierbij een bijzonder juridisch belang moet worden aangetoond (eerste prejudiciële vraag), dan wel dat het openbaar ministerie een onbeperkt recht van hoger beroep heeft tegen een beschikking van de raadkamer, waarbij het een bijzonder juridisch belang moet aantonen (tweede prejudiciële vraag).


Par la troisième question préjudicielle, le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de l'article 135, § 1, du Code d'instruction criminelle avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le ministère public est recevable à interjeter appel d'une ordonnance de la chambre du conseil non conforme à ses réquisitions pour autant seulement qu'il ait invoqué devant la chambre du conseil, par conclusions écrites, un moyen visé à l'article 135, § 2, du Code d'instruction criminelle.

Met de derde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 135, § 1, van het Wetboek van strafvordering bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat het openbaar ministerie slechts een ontvankelijk hoger beroep kan instellen tegen een beschikking van de raadkamer waarbij hetgeen het openbaar ministerie heeft gevorderd niet werd gevolgd, voor zover het openbaar ministerie bij schriftelijke conclusie een middel als bedoeld in artikel 135, § 2, van het Wetboek van strafvordering heeft aangevoerd voor de raadkamer.


Les faits de la cause dont est saisi le juge a quo, les motifs de la décision de renvoi et la formulation de la question préjudicielle permettent de déduire que le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité de la disposition en cause avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle une cotisation distincte doit être appliquée au contribuable qui n'a pas justifié les sommes de la manière prescrite, lorsque le bénéficiaire des sommes en question n'a pas été identifié de manière univoque au plus tard dans un délai de 2 ans et 6 mois à partir du 1 janvier de l'exercice d'imp ...[+++]

Uit de feiten van de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, de motieven van de verwijzingsbeslissing en de bewoordingen van de prejudiciële vraag kan worden afgeleid dat de verwijzende rechter van het Hof wenst te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de interpretatie dat een afzonderlijke aanslag moet worden toegepast op de belastingplichtige die de bedragen niet op de voorgeschreven wijze heeft verantwoord, wanneer de verkrijger van die bedragen niet op ondubbelzinnige wijze werd geïdentificeerd uiterlijk binnen twee jaar en zes maanden volgend op 1 januari ...[+++]


Le litige pendant devant la juridiction a quo porte sur une décision de la chambre des mises en accusation selon laquelle certaines pièces du dossier sont annulées et selon laquelle ces pièces ne peuvent plus être utilisées par les parties durant la suite de la procédure, alors que les inculpés souhaitent utiliser ces pièces pour leur défense.

Het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil heeft betrekking op een beslissing van de kamer van inbeschuldigingstelling waarbij bepaalde stukken uit het dossier nietig worden verklaard en wordt geoordeeld dat die stukken niet meer door de partijen mogen worden aangewend in de verdere rechtspleging, terwijl de inverdenkinggestelden die stukken wensen aan te wenden voor hun verdediging.


Le juge a quo demande à la Cour si la disposition en cause est compatible avec les articles 10, 11 et 16 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le juge n'est pas autorisé, lors de la fixation de l'indemnité d'expropriation, à déduire les coûts d'assainissement escomptés.

De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde bepaling, in de interpretatie dat het de rechter niet is toegestaan om bij de bepaling van de onteigeningsvergoeding de te verwachten saneringskosten in mindering te brengen, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet.


Dans la présente affaire, le juge a quo demande à la Cour si les dispositions en cause lues en combinaison affectent de manière discriminatoire le droit à l'aide juridique et les droits de la défense, dans l'interprétation selon laquelle le conseil qui est désigné par le collège des bourgmestre et échevins ne peut agir que pour soutenir la demande qui a été introduite par un habitant au nom de la commune, « étant donné que la commune a perdu la libre disposition des droits qui font l'objet de l'action, alors que le fait que la commune a perdu la libre disposition des droits qui font l'objet de l'action ne s'oppose pa ...[+++]

In onderhavige zaak wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde in samenhang gelezen bepalingen op discriminerende wijze afbreuk doen aan het recht op juridische bijstand en aan de rechten van verdediging, in die interpretatie dat de raadsman die wordt aangesteld door het college van burgemeester en schepenen enkel kan optreden ter ondersteuning van de vordering die een inwoner namens de gemeente heeft ingesteld, « aangezien de gemeente de vrije beschikking is verloren over de rechten die het voorwerp van de vordering uitmaken, terwijl het feit dat de gemeente de vrije beschikking is ...[+++]


Le juge a quo demande à la Cour si l'article 19bis-11, § 2, de la loi du 21 novembre 1989 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle la répartition « par parts égales » de l'indemnisation entre les assureurs couvrant la responsabilité civile est opposable aux conducteurs ou propriétaires d'un véhicule qui ont subi un dommage dans le cas d'un accident impliquant plusieurs véhicules, mais dont il est impossible de déterminer quel véhicule l'a causé.

De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer die bepaling in die zin wordt geïnterpreteerd dat de verdeling van de schadevergoeding « in gelijke delen » onder de verzekeraars die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekken tegenstelbaar is aan de bestuurders of de eigenaars van een voertuig die schade hebben geleden bij een ongeval waarbij verscheidene voertuigen zijn betrokken, doch waarbij het niet mogelijk is vast te stellen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt.


Il ressort de la formulation de la question préjudicielle que le juge a quo interroge la Cour sur l'article 49/1, alinéa 4, en cause, de la LCE dans l'interprétation selon laquelle la protection que la disposition accorde aux « créances nées de prestations de travail antérieures à l'ouverture de la procédure » vise non seulement la rémunération nette du travailleur, mais également la créance de précompte professionnel.

Uit de formulering van de prejudiciële vraag blijkt dat de verwijzende rechter het Hof een vraag stelt over het in het geding zijnde artikel 49/1, vierde lid, van de WCO in de interpretatie volgens welke de bescherming die bij de bepaling wordt toegekend aan « schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de procedure verrichte arbeidsprestaties », niet alleen op het nettoloon van de werknemer maar ook op de schuldvordering inzake bedrijfsvoorheffing betrekking heeft.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

quo selon laquelle ->

Date index: 2023-08-20
w