Indépendamment même de ce qu'aucune des dispositions du décret en cause ne constitue une clause abusive visée par l'article 74, 6°, 9°, 13° et 30°, de la loi du 6 avril 2010 évoqué par l'arrêt a quo, il ressort de la réponse à la première question préjudicielle que les dispositions de ce décret complètent le régime général de protection des consommateurs établi par la loi du 6 avril 2010 en prévoyant, dans les cas qu'elles déterminent, l'indemnisation des consommateurs victimes de manquements pouvant être reprochés aux gestionnaires de réseau.
Zelfs los van het feit dat geen enkele van de bepalingen van het in het geding zijnde decreet een onrechtmatig beding vormt zoals bedoeld in artikel 74, 6°, 9°, 13° en 30°, van de wet van 6 april 2010 waaraan het verwijzingsarrest refereert, blijkt uit het antwoord op de eerste prejudiciële vraag dat de bepalingen van dat decreet de bij de wet van 6 april 2010 ingevoerde algemene regeling inzake consumentenbescherming aanvullen door, in de daarbij bepaalde gevallen, te voorzien in een vergoeding voor de consumenten die het slachtoffer zijn van nalatigheden die de netbeheerders kunnen worden verweten.