Il pouvait être justifié que le législateur réserve à l'origine aux contribuables propriétaires, possesseurs, emphytéotes, superficiaires ou usufruitiers la réduction d'impôt pour les dépenses faites dans des habitations en vue d'économiser l'énergie et qu'il utilise, en cas d'imposition commune, la quotité des deux partenaires dans le revenu cadastral de l'habitation concernée comme critère de répartition entre eux deux.
Het kon worden verantwoord dat de wetgever de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven met betrekking tot woningen aanvankelijk voorbehield aan belastingplichtige eigenaars, bezitters, erfpachters, opstalhouders of vruchtgebruikers en dat hij bij een gemeenschappelijke aanslag het aandeel van beide partners in het kadastraal inkomen van de betrokken woning hanteerde als criterium van verdeling tussen hen beiden.