4. Les parties considèrent qu'il est essentiel, parallèlement à l'établissement entre elles d'une relation de partenariat et de coopération, de maintenir et de développer la coopération avec les autres États européens et avec les autres pays issus de l'ancienne U.R.S.S. en vue de permettre le développement harmonieux de la région et elles mettent tout en oeuvre pour encourager ce processus.
4. De Partijen beschouwen het als noodzakelijk dat zij, tegelijk met de totstandbrenging van partnerschapsbetrekkingen en onderlinge samenwerking, de samenwerking met andere Europese Staten en met andere landen van de voormalige U.S.S.R. in stand houden en ontwikkelen met het oog op een harmonische ontwikkeling van de regio, en stellen alles in het werk om dit proces aan te moedigen.