3. insiste sur le fait que toute révision significative d'un point de vue social de la directive sur le temps de travail doit viser à réconcilier la vie professionnelle av
ec la vie privée en raccourcissant le temps de travail quotidien et hebdomadaire maximal; souligne que la clause de renonciation doit être totalement abolie, que la jurisprudence de la Cour de justice sur le te
mps de garde et les périodes de repos compensatoires doit être pleinement appliquée et intégrée à ladite directive et que tout abais
sement du ...[+++]niveau de protection garanti par la directive existante doit être bloqué;
3. herhaalt met klem dat een sociale relevante herziening van de werktijdenrichtlijn gericht moet zijn op de combinatie van het leven op en buiten het werk door vermindering van de maximale dagelijkse en wekelijkse werktijden; wijst erop dat de mogelijkheid de richtlijn niet toe te passen volledig moet worden afgeschaft, dat de jurisprudentie van het EHvJ over tijd doorgebracht in bereikbaarheidsdienst en compenserende rusttijden volledig ten uitvoer moet worden gelegd en in de richtlijn opgenomen, en dat verlaging van het door de huidige richtlijn geboden beschermingsniveau moet worden voorkomen;