Dans son livre «Tchétchénie, le déshonneur russe», elle écrit: «Poutine et son peuple ont donné leur bénédiction à ce qu’aucun pays ne peut approuver, à savoir une corruption fondée sur le sang de milliers de victimes, une armée rongée par l’anarchie militaire, un esprit chauvin au sein de l’appareil gouvernemental qui se fait passer pour du patriotisme, une rhétorique effrénée de l’État fort, un racisme antitchétchène officiel, populaire, avec des métastases qui s’étendent à d’autres peuples de la Russie.
In haar boek "Tsjetsjenië - de schande van Rusland" schrijft ze: "Poetin en zijn volk hebben hun zegen gegeven aan iets wat geen enkel land mag accepteren, namelijk een vorm van corruptie op basis van het bloedvergieten van duizenden slachtoffers, een leger dat wordt aangevreten door militaire anarchie, een chauvinistisch klimaat in het regeringsapparaat dat voor patriottisme moet doorgaan, een tomeloze "sterke staa
t"-retoriek, en een officieel gesanctioneerd, door het Russ
ische volk gedragen racisme tegen de Tsjetsjenen, met uitzaaii
...[+++]ngen naar andere volkeren in Rusland.