1. Les navires doivent disposer de moyens adéquats de sauvetage et de survie, y compris des moyens adéquats permettant de sortir les membres de l'équipage de l'eau et de moyens de sauvetage radio, notamment une radiobalise de localisation des sinistres équipée d'un dispositif à langage hydrostatique, compte tenu du nombre de personnes embarquées et de la zone dans laquelle le navire opère.
1. De vaartuigen moeten zijn uitgerust met de nodige reddingsmiddelen met inbegrip van adequate middelen om bemanningsleden uit het water te halen en radiotelegrafische reddingsmiddelen die zijn afgestemd op het aantal personen aan boord en het gebied waarin het vaartuig opereert, met name een van een hydrostatisch afwerpmechanisme voorzien radiobaken voor ongevallenlokalisatie.