Art. 241. Sera punie de la réclusion de cinq à dix ans et d'une amende de 500 francs à 100 000 francs toute personne exerçant une fonction publique, qui aura méchamment ou frauduleusement détruit ou supprimé des actes ou titres dont elle était dépositaire en cette qualité, qui lui avaient été communiqués à raison de sa fonction ou auxquels elle a eu accès à l'occasion de l'exercice de ses fonctions.
Art. 241. Met opsluiting van vijf tot tien jaar en met een geldboete van 500 frank tot 100 000 frank wordt gestraft ieder persoon die een openbaar ambt uitoefent, die akten of titels waarvan hij in die hoedanigheid de bewaarder is, welke hem uit hoofde van zijn ambt zijn meegedeeld of waartoe hij toegang had naar aanleiding van de uitoefening van zijn ambt, kwaadwillig of bedrieglijk vernietigt of wegmaakt.