Ensuite, s’agissant du pourvoi des Pays-Bas (affaire C-550/10 P), la Cour constate que le Tribunal, en estimant, après l’abrogation de la Sanctieregeling, qu’il n’existait plus de « substrat » en droit national justifiant le maintien d'Al-Aqsa dans la liste, sans prendre dûment en considération la raison de ladite abrogation, a commis une erreur de droit.
Vervolgens stelt het Hof met betrekking tot de hogere voorziening van Nederland in zaak C‑550/10 P vast dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat er na de intrekking van de Sanctieregeling geen „grondslag” meer bestond in het nationale recht die de handhaving van Al‑Aqsa op de lijst rechtvaardigde, zonder naar behoren rekening te houden met de reden voor die intrekking.