Art. 8. Par dérogation à l'article 6, une distinction directe basée sur l'âge ne constitue pas une discrimination lorsque cette distinction est objectivement et raisonnablement justifiée par un but légitime, notamment un but légitime en matière de politique de l'emploi, de la politique du marché du travail ainsi que tout but comparable, et que les moyens pour parvenir à ce but sont appropriés et nécessaires.
Art. 8. In afwijking van artikel 6 vormt een direct onderscheid op grond van leeftijd geen discriminatie, wanneer dat onderscheid objectief en redelijk gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel, inzonderheid door een legitiem doel inzake werkgelegenheidsbeleid, arbeidsmarktbeleid of door elk vergelijkbaar doel en wanneer de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.