Par jugement du 20 janvier 1999 en cause de J. Rampelberg contre l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) et en présence de A. Branders, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 27 janvier 1999, le Tribunal du travail de Louvain a posé la question préjudicielle suivante :
Bij vonnis van 20 januari 1999 in zake J. Rampelberg tegen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV), en in aanwezigheid van A. Branders, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 27 januari 1999, heeft de Arbeidsrechtbank te Leuven de volgende prejudiciële vraag gesteld :