Cette disposition concrétise le souhait du gouvernement, tel qu'explicité dans l'exposé des motifs de la loi-programme précitée, de relever à 4 reprises le montant de la pension minimum de travailleur indépendant pour une carrière complète, respectivement de 27 euros par mois pour une pension calculée au taux isolé et de 33 euros par mois pour une pension calculée au taux ménage, en vue de rapprocher les montants de la pension minimum de travailleur indépendant de ceux du montant minimum garanti dans le régime salarié.
Deze bepaling concretiseert de in de memorie van toelichting van voornoemde programmawet geformuleerde wens van de regering om het minimumpensioen voor zelfstandigen met een volledige loopbaan viermaal te verhogen, respectievelijk met 27 euro per maand voor een pensioen als alleenstaande en met 33 euro per maand voor een gezinspensioen, en dit met het oog op de gelijkschakeling van het minimumpensioen voor zelfstandigen en het gewaarborgd minimumpensioen in de werknemersregeling.