46. fait observer que la politique énergétique, en général, et la sécurité de l'approvisionnement énergétique, en particulier, doivent devenir partie intégrante de la politique étrangère commune, de la politique commerciale, de la politique de développement et de la politique de sécurité de l'Union européenne et appelle de ses vœux une stratégie commune afin de garantir et de diversifier les approvisionnements et les voies de transit en faisant ainsi preuve de solidarité à l'intérieur de l'Union européenne; demande avec insistance à la Commission et aux États membres de prendre très au sérieux, dans ce contexte, le danger réel d'une pénurie d'approvisionnements gaziers en provenance de Russie après 2010, en raison, notamment, du manque d'i
...[+++]nvestissements; demande avec force que les États membres et l'Union européenne insistent, lors des discussions sur le dossier énergétique menées avec la Russie, pour que celle-ci signe et ratifie le protocole sur le transit et ratifie le traité relatif à la charte de l'énergie; est d'avis que des accords de partenariat et de coopération devraient être utilisés pour mettre sur pied un cadre réglementaire stable et ouvert dans les pays fournisseurs et que le membre de la Commission chargé de l'énergie devrait s'acquitter d'un mandat bien défini, qui établisse une vision européenne à long terme pour la planification dans le domaine de l'énergie; 46. merkt op dat het energiebeleid, met name de continuïteit van de voorziening, een integrerend onderdeel van het gemeenschappelijk buitenlands, handels-, ontwikkelings- en veiligheidsbeleid van de EU moet worden en verzoekt om een gemeenschappelijke strategie om de voorziening en de doorgangsroutes veilig te stellen en te diversifiëren, op basis van solidariteit binnen de EU; dringt er in deze samenhang bij de Commissie en de lidstaten op aan het reële gevaar van een tekort in de gasleveringen uit Rusland na 2010, onder andere als gevolg van het gebrek aan investeringen, ernstig te nemen; dringt er bij de lidstaten en de Unie op aan in hun energiebesprekingen met Rusland druk uit te oefenen opdat het Doorvoerprotocol w
ordt onder ...[+++]tekend en geratificeerd en het Verdrag inzake het Energiehandvest geratificeerd; is van mening dat partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten gebruikt moeten worden om een stabiel maar toch open regelgevingskader te creëren in aanvoerlanden en dat de Commissaris voor energie een duidelijk omlijnd mandaat dient te krijgen dat blijkt geeft van een Europese langetermijnvisie op energiegebied;