1. Les États membres sur le territoire desquels des points de ravitaillement en hydrogène existent à la date d'entrée en vigueur de la présente directive veillent, en collaborant étroitement avec les autorités régionales et locales et le secteur concerné, à ce qu'un nombre suffisant de points de ravitaillement ouverts au public, espacés au maximum de 300 km, soient disponibles au plus tard le 31 décembre 2020, à raison d'un point de ravitaillement pour 250 000 habitants dans les zones urbaines, pour permettre la circulation de véhicules à hydrogène sur l'ensemble du territoire national.
1. De lidstaten op wier grondgebied op de datum van inwerkingtreding van de onderhavige richtlijn reeds waterstoftankpunten aanwezig zijn, zien in nauwe samenwerking met regionale en lokale instanties en de betrokken sector erop toe dat uiterlijk op 31 december 2020 een dusdanig aantal openbaar toegankelijke waterstoftankpunten beschikbaar is, met een onderlinge afstand van hoogstens 300 km, met inbegrip van één tankpunt per 250 000 inwoners in stedelijke gebieden, dat waterstofvoertuigen het gehele nationale grondgebied kunnen bestrijken.