En effet, il pourrait sembler paradoxal que l'on confie au tribunal de la famille la compétence de statuer en appel contre le refus d'une autorité belge compétente d'établir certains actes d'état civil (tel que le refus de célébrer un mariage, prévu à l'article 167 du Code civil) alors que le tribunal de première instance serait compétent pour connaître des recours formés contre le refus de reconnaître des actes étrangers similaires (art. 27 du Code de droit international privé).
Het zou immers paradoxaal kunnen lijken om het hoger beroep tegen de weigering van een bevoegde Belgische autoriteit om bepaalde akten van de burgerlijke stand op te stellen (zoals de weigering om een huwelijk te voltrekken vermeld in artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek) aan de familierechtbank toe te vertrouwen, terwijl het hoger beroep tegen de weigering om soortgelijke buitenlandse akten van de burgerlijke stand te erkennen tot de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg zou behoren (artikel 27 van het Wetboek van internationaal privaatrecht).