L'article 83 de la loi du 5 août 1978 de réformes économiques et budgétaires prévoit, pour l'agent qui a atteint l'âge de 60 ans, la mise à la retraite d'office soit dès qu'il est reconnu définitivement inapte, soit si ce n'est pas le cas, le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel depuis son 60e anniversaire, il compte soit par congé, soit par disponibilité, soit par l'un et par l'autre un total de 365 jours (548 s'il s'agit d'un invalide de guerre) d'absence pour cause de maladie.
Artikel 83 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen stelt dat het personeelslid dat de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, ambtshalve in ruste gesteld wordt hetzij zodra het definitief ongeschikt bevonden is, hetzij, indien dit niet het geval is, op de eerste dag van de maand volgend op die waarin het, sedert zijn 60ste verjaardag, hetzij door verlof, hetzij door disponibiliteit, hetzij door beide, een totaal van 365 dagen (548 wanneer het een oorlogsinvalide betreft) afwezigheid wegens ziekte telt.