L'extension des pouvoirs des services de renseignement dans les régimes démocratiques et de liberté, notamment par le recours aux méthodes particulières d'investigation (infiltration, recours aux indicateurs, ...), ne contrevient pas dans son principe aux droits de l'homme et aux libertés individuelles tels que prévus par la Convention européenne des droits de l'homme et par le Pacte international relatif aux droits civils et politiques.
De uitbreiding van de bevoegdheden van de inlichtingendiensten in democratische en vrije regimes, met name door het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden (infiltratie, informantenwerking, ...), is in beginsel niet strijdig met de rechten van de mens en de individuele vrijheden zoals vastgelegd in het Europees verdrag van de rechten van de mens en in het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.