La question qui se pose est la suivante: dès lors que le Code d'instruction criminelle ne permet le recours aux méthodes particulières ou aux autres méthodes de recherche qu'à certaines conditions, par exemple l'intervention du juge d'instruction en ce qui concerne les écoutes téléphoniques, peut-on admettre que des informations recueillies par les services de renseignement et de sécurité par le recours à des méthodes identiques mais, par définition, sans avoir suivi les règles du Code d'instruction criminelle, soient transmises aux autorités judiciaires ?
De vraag die rijst is de volgende : is het aanvaardbaar dat, aangezien op grond van het Wetboek van strafvordering bijzondere of andere opsporingsmethodes alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden aangewend, bijvoorbeeld het optreden van de onderzoeksrechter inzake het afluisteren van telefoongesprekken, inlichtingen die de inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben verkregen door het aanwenden van identieke methodes, doch per definitie zonder de regels van het Wetboek van strafvordering te hebben gevolgd, worden toegezonden aan de gerechtelijke overheden ?