Au contentieux des étrangers, il faut, en troisième lieu, tenir compte de l'article 55, § 2, de la loi du 15 décembre 1980, susmentionnée, qui prévoit que le recours introduit devant le Conseil d'Etat contre une décision prise par le Conseil du Contentieux des étrangers, est déclaré d'office sans objet dans la mesure où le requérant qui a été autorisé au séjour illimité n'a pas demandé la poursuite de l'examen de sa requête dans le délai de soixante jours à partir de la remise du titre qui fait preuve du séjour illimité.
Ten derde moet in de geschillen betreffende vreemdelingenzaken rekening worden gehouden met artikel 55, § 2, van de voornoemde wet van 15 december 1980, dat bepaalt dat een beroep dat bij de Raad van State ingesteld is tegen een beslissing van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen zonder voorwerp wordt verklaard wanneer de verzoeker die gemachtigd werd tot een verblijf van onbeperkte duur niet binnen de termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de afgifte van de verblijfsvergunning van onbeperkte duur, om de voortzetting van de procedure heeft verzocht.