Sans préjudice de l’article 410, alinéa 3, le directeur des contributions ne peut accorder la surséance indéfinie au recouvrement des impôts contestés ou encore susceptibles de réclamation ou d’action en justice, ni des impôts ou des suppléments d’impôts établis à la suite de la constatation d’une fraude fiscale, ni en cas de concours de créanciers».
Onverminderd artikel 410, derde lid, kan de directeur der belastingen geen onbeperkt uitstel van de invordering verlenen voor betwiste belastingen of voor belastingen waarvoor nog een bezwaar of een vordering in rechte kan worden ingediend, noch voor belastingen of aanvullende belastingen gevestigd ten gevolge van de vaststelling van een fiscale fraude, noch in geval van samenloop van schuldeisers».