Art. 13. L'autorité flamande peut présenter une demande de mesures conservatoires en vue de garantir le recouvrement lorsqu'une créance ou l'instrument exécutoire est contesté en Belgique au moment où la demande est présentée, ou lorsque la créance ne fait pas encore l'objet d'un instrument exécutoire, pour autant que ces mesures conservatoires soient également possibles, dans une situation similaire, en vertu de la législation et des pratiques administratives belges.
Art. 13. De Vlaamse autoriteit kan een verzoek om bewarende maatregelen indienen om de invordering te waarborgen als de schuldvordering of de uitvoerbare titel in België op het moment van de indiening van het verzoek wordt betwist, of als voor de schuldvordering nog geen uitvoerbare titel bestaat, voor zover bewarende maatregelen op grond van het Belgische recht en administratieve praktijk in een soortgelijke situatie eveneens mogelijk zijn.