L'instauration de la réserve de recrutement, comme l'a exposé le Gouvernement flamand, confirme le traitement inégal : les lauréats de 1996 et les lauréats postérieurs sont mis dans une réserve de recrutement pendant quatre ans, alors que les lauréats de 1994 n'ont pas été mis dans une réserve, bien qu'ils aient subi des épreuves identiques et qu'ils aient donc prouvé leur aptitude de la même façon.
Het instellen van de wervingsreserve, zoals toegelicht door de Vlaamse Regering, bevestigt de ongelijke behandeling : de geslaagden van 1996 en later, worden opgenomen in een wervingsreserve gedurende vier jaar, terwijl de geslaagden van 1994 niet in een reserve zijn opgenomen, ofschoon zij identieke proeven aflegden en zij dus op dezelfde wijze hun bekwaamheid bewezen hebben.