considérant que, en l'absence de règles communes concernant la répartition des coûts d'infrastructure, les États membres doivent, après consultation du gestionnaire de l'infrastructure, définir les modalités régissant les paiements des redevances d'utilisation de l'infrastructure ferroviaire effectués par les entreprises ferroviaires et par les regroupements de ces entreprises; que ces redevances doivent satisfaire au principe de non-discrimination entre entreprises ferroviaires;
Overwegende dat, gezien het ontbreken van gemeenschappelijke voorschriften betreffende de verdeling van de infrastructuurkosten, de Lid-Staten na raadpleging van de beheerder van de infrastructuur, voorschriften dienen vast te stellen betreffende de door de spoorwegondernemingen en de internationale samenwerkingsverbanden van die ondernemingen voor het gebruik van spoorweginfrastructuur te betalen vergoedingen; dat deze voorschriften op de beginselen van non-discriminatie tussen de vervoertakken moeten steunen;