L'institution qui a octroyé l'emprunt de refinancement doit donc pouvoir établir clairement que l'emprunt initial pour lequel le refinancement est contracté, a également exclusivement servi au financement de dépenses faites en vue d'économiser l'énergie visées à l'article 145, § 1, CIR 92.
De instelling die de herfinancieringslening verstrekt moet dus duidelijk kunnen vaststellen dat de oorspronkelijke lening waarvoor de herfinanciering wordt aangegaan, eveneens uitsluitend heeft gediend voor de financiering van in artikel 145, § 1, WIB 92 bedoelde energiebesparende uitgaven.