Art. 8. Si la décision de mise en paiement est prise par le Ministre, la Région flamande ou une personnel morale sur laquelle la Région flamande exerce, directement ou indirectement, une influence déterminante, telle que par exemple une société de financement établie ou contrôlée par elle à la date du moment de refinancement obligatoire, procèdera au paiement du montant de l'appel tel que visé à l'article 7, § 2, 4°, par virement de ce montant au compte de banque du (des) distributeur(s) de crédit, tel qu'indiqué dans la demande d'appel.
Art. 8. Indien de beslissing tot betaalbaarstelling is genomen door de minister, gaat het Vlaamse Gewest of een rechtspersoon waarop het Vlaamse Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks een determinerende invloed heeft, zoals bijvoorbeeld een door haar opgerichte of gecontroleerde financieringsmaatschappij op de datum van het verplichte herfinancieringsmoment, over tot de betaling van het bedrag van de afroep als bedoeld in artikel 7, § 2, 4°, door overschrijving van dit bedrag op de bankrekening van de kredietverstrekker(s), zoals aangegeven in het verzoek tot afroep.