4. rappelle que la dégradation de l'environnement compromet la réalisation des OMD, à savoir notamment l'objectif visant à éradiquer l'extrême pauvreté et la faim; rappelle en particulier que la persistance d'inégalités et de conflits concernant des ressources rares comptent parmi les principales causes des conflits, de la faim, de l'insécurité et de la violence, qui sont à leur tour les facteurs essentiels qui entravent le développement humain et les efforts visant à parvenir au développement durable; demande l'adoption d'une ap
proche plus globale reflétant les résultats et le suivi de la Conférence Rio+20 sur le développement durable
...[+++];
4. herinnert eraan dat de aantasting van het milieu het bereiken van de MDG’s, waaronder de doelstelling van het uitbannen van extreme armoede en honger, in gevaar brengt; wijst er in het bijzonder op dat blijvende ongelijkheden en onenigheid over schaarse hulpbronnen tot de voornaamste factoren behoren die conflicten, honger, onveiligheid en geweld in de hand werken, die op hun beurt de menselijke ontwikkeling en pogingen om tot een duurzame ontwikkeling te komen belemmeren; dringt aan op een meer holistische aanpak die recht doet aan de resultaten en follow-up van de Rio+20-conferentie over duurzame ontwikkeling;