Le propriétaire et gestionnaire de l’infrastructure passive était une entité distincte dont la municipalité d'Amsterdam détenait un tiers des parts, deux investisseurs privés (ING Real Estate et Reggefiber) le deuxième tiers, et les sociétés de logement social le dernier tiers.
De passieve infrastructuur was eigendom van en werd beheerd door een afzonderlijke entiteit waarvan de gemeente Amsterdam een derde van de aandelen in handen had, twee andere private investeerders (ING Real Estate en Reggefiber) een ander derde en de woningcorporaties het overblijvende derde.