Par rapport aux critiques arguant du fait qu'au cours des travaux préparatoires de la loi du 23 mars 1999, le député Reynders en tant que parlementaire a introduit un amendement, d'ailleurs inspiré par maître Kirkpatrick, visant à supprimer une disposition expresse permettant à l'État de se faire représenter par un fonctionnaire dans les litiges relatifs aux impôts sur les revenus (voir do c. Chambre, 97/98, amendement nº 16), le ministre répond qu'il a été convaincu par les arguments développés lors des travaux parlementaire au Sénat.
Wat betreft de kritiek op het feit dat tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 23 maart 1999, volksvertegenwoordiger Reynders als parlementslid een amendement heeft ingediend, dat trouwens ingegeven was door de bevindingen van meester Kirkpatrick, teneinde de bepaling te doen vervallen volgens welke de Staat zich kan laten vertegenwoordigen door een ambtenaar in geschillen betreffende de inkomstenbelastingen (zie stuk Kamer, 97/98, amendement nr. 16), antwoordt de minister dat de argumenten die tijdens de parlementaire werkzaamheden in de Senaat aangevoerd werden, hem overtuigd hebbeN. -