Conformément à l'article 20, paragraphe 8, à l'article 21, paragraphe 5, et à l'article 23, paragraphe 5, les États membres peuvent déclarer qu'ils ne sont pas liés, en tout ou en partie, par certaines des dispositions relatives aux formes particulières de coopération.
Daaronder vallen grensoverschrijdende achtervolging, grensoverschrijdende observatie, gecontroleerde aflevering, infiltratie en gemeenschappelijke bijzondere onderzoekteams. Op grond van artikel 20, lid 8, artikel 21, lid 5, en artikel 23, lid 5, kunnen de lidstaten verklaren dat zij zich de toepassing van sommige van de bepalingen inzake bijzondere vormen van samenwerking of een gedeelte daarvan voorbehouden.