Un régime de ce type fait courir un risque actuariel à l’entité. En effet, si, en fin de compte, le coût des prestations déjà accumulées à la date de clôture se révèle supérieur à celui attendu, l’entité devra soit relever ses cotisations, soit persuader les membres de son personnel d’accepter une réduction de leurs prestations.
Een dergelijke regeling creëert een actuarieel risico voor de entiteit: als de uiteindelijke kosten van de vergoedingen die reeds aan het einde van de verslagperiode zijn verdiend hoger liggen dan verwacht, zal de entiteit ofwel haar bijdragen moeten verhogen, ofwel haar werknemers moeten overtuigen om een verlaging van de vergoeding te accepteren.