3. Les documents de priorité visés à l'article 4, lettre D, paragraphe 3, de la Convention de Paris sont remis aux intéressés par le Bureau Benelux ou, le cas échéant, par les administrations nationales, moyennant paiement de la rémunération fixée à l'article 26, paragraphe 4, lettre d.
3. De documenten betreffende de voorrang, bedoeld in artikel 4, onder D, derde lid, van het Verdrag van Parijs worden door het Benelux-Bureau of, in voorkomend geval, door de nationale diensten aan belanghebbenden verschaft tegen betaling van de in artikel 26, vierde lid, onder d, vastgestelde vergoeding.