3.4. Le dispositif de protection mentionné au point 3.1 et les pièces qu'il commande dans le véhicule doivent être conçus de telle sorte qu'il soit impossible, rapidement et sans attirer l'attention, de l'ouvrir, de le rendre inopérant ou de le détruire, par exemple en utilisant des outils, du matériel ou des instruments ordinaires bon marché et faciles à dissimuler.
3.4. De in punt 3.1 vermelde beveiligingsinrichting en de delen van het voertuig waarop deze werkt moeten zodanig zijn ontworpen dat het niet mogelijk is deze op snelle wijze en zonder de aandacht te trekken te openen, buiten werking te stellen of te vernielen, bij voorbeeld met behulp van gewone, goedkope en gemakkelijk te verbergen gereedschappen, materieel of instrumenten.