En conséquence, avant de rendre une décision exécutoire dans l'État membre où le compte est situé, la juridiction devrait être convaincue que la prétention du créancier semble légitime et qu'il existe un risque réel et permanent que, à défaut d'ordonnance, le droit de créance du demandeur puisse être compromis, même seulement en partie, et que l'exécution ultérieure de sa décision à venir ait des chances d'être mise en échec ou rendue sensiblement plus difficile.
Bijgevolg moet het gerecht, voordat een rechterlijke beslissing wordt verkregen die uitvoerbaar is in de lidstaat waar de rekening wordt aangehouden, ervan overtuigd zijn dat de vordering van de schuldeiser legitiem lijkt en dat zonder het bevel het reële, gefundeerde risico bestaat dat geheel of gedeeltelijk inbreuk wordt gepleegd op het vorderingsrecht van de schuldeiser, en de latere tenuitvoerlegging van zijn toekomstige rechterlijke beslissing onmogelijk zou kunnen worden of aanzienlijk zou worden bemoeilijkt.