Enfin, il est dit en termes explicites que la décision totalement unilatérale du renonçant est bien exprimée par rapport à une certaine libéralité et au profit d'une certaine personne, mais qu'on ne peut pas rechercher les mobiles pour lesquels le renonçant a agi comme il l'a fait: on ne peut voir dans la renonciation aucune intention de donation à celui qui profite de la renonciation; la renonciation est qualifiée objectivement et sans possibilité de preuve contraire comme une non-donation.
Ten slotte wordt ook nog expliciet vermeld dat de verzaking een louter eenzijdige beslissing van de verzaker is, die wel uitgedrukt wordt met betrekking tot een bepaalde gift ten voordele van een bepaalde persoon, maar dat hierbij niet kan worden gepeild naar enige intentie om de persoon die het voordeel van de verzaking geniet te begiftigen : de verzaking kwalificeert objectief en zonder mogelijk tegenbewijs als een niet-schenking.