Selon l'alinéa 1 de l'article 21 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, les données à caractère personnel traitées dans le cadre de l'application de la loi précitée « . sont conservées pendant une durée n'excédant pas celle nécessaire aux finalités pour lesquelles elles sont enregistrées, à l' exception de celles présentant un caractère historique, reconnu par les archives de l'Etat ».
Naar luid van artikel 21, eerste lid, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst worden de persoonsgegevens verwerkt in het kader van de toepassing van voornoemde wet « bewaard voor een duur die niet langer mag zijn dan die welke noodzakelijk is om de doeleinden waarvoor zij opgeslagen worden, met uitzondering van de gegevens die een door het Rijksarchief erkend historisch karakter hebben ».