Vertaling van "rente théorique " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

million d'opérations théoriques par seconde | millions d'opérations théoriques par seconde | Mot/s [Abbr.] | Motps [Abbr.]
miljoen theoretische bewerkingen per seconde | MTOPS [Abbr.]

étage théorique | plateau théorique
theoretische plaat | theoretische schotel

hauteur équivalente à un étage théorique | hauteur équivalente à un plateau théorique
equivalente hoogte van een theoretische plaat | EHTP [Abbr.]

lexicographie théorique
theoretische lexicografie

utiliser des modèles marketing théoriques
theoretische marketingmodellen gebruiken

théorique
theoretisch | wat niet in de werkelijkheid voorkomt

examen théorique
theorisch examen

cours théoriques
theoretische vakken

certificat d'enseignement théorique
getuigschrift van theoretisch onderricht

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

« Art. 25. — En cas de décès d'un assuré célibataire, veuf, ou divorcé, le taux de la rente d'orphelin est fixé, par enfant, à 25 % de la rente de retraite dont l'assuré bénéficiait, s'il était entré en jouissance de celle-ci et, dans le cas contraire, à 25 % de la rente théorique prévue à l'article 22».
« Art. 25. — In geval van overlijden van een verzekerde die ongehuwd, weduwnaar, weduwe of uit de echt gescheiden is, wordt het bedrag van de wezenrente vastgesteld per kind op 25 % van de ouderdomsrente die de verzekerde genoot, indien hij in het genot ervan getreden is, en in het tegenovergestelde geval, op 25 % van de theoretische rente bepaald overeenkomstig artikel 22».

« Art. 25. — En cas de décès d’un assuré célibataire, veuf, ou divorcé, le taux de la rente d’orphelin est fixé, par enfant, à 25 % de la rente de retraite dont l’assuré bénéficiait, s’il était entré en jouissance de celle-ci et, dans le cas contraire, à 25 % de la rente théorique prévue à l’article 22».
« Art. 25. — In geval van overlijden van een verzekerde die ongehuwd, weduwnaar, weduwe of uit de echt gescheiden is, wordt het bedrag van de wezenrente vastgesteld per kind op 25 % van de ouderdomsrente die de verzekerde genoot, indien hij in het genot ervan getreden is, en in het tegenovergestelde geval, op 25 % van de theoretische rente bepaald overeenkomstig artikel 22».

« 1º si l'assuré avait atteint l'âge de 65 ans, la rente théorique est égale à la rente de retraite que l'assuré eût acquise à la date du décès».
« 1º indien de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, is het bedrag van de theoretische rente gelijk aan dat van de ouderdomsrente die de verzekerde op de datum van overlijden verkregen zou hebben».

« 1· si l’assuré avait atteint l’âge de 65 ans, la rente théorique est égale à la rente de retraite que l’assuré eût acquise à la date du décès».
« 1· indien de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, is het bedrag van de theoretische rente gelijk aan dat van de ouderdomsrente die de verzekerde op de datum van overlijden verkregen zou hebben».

Ces taux d'intérêt de référence sont ceux publiés quotidiennement par le Fonds des rentes conformément à l'article 2, § 1, 2°, de l'arrêté royal du 20 décembre 2007 relatif aux obligations linéaires, aux titres scindés et aux certificats de trésorerie; 2° les indices B, C, D, E, F, G, H, I et J d'un mois civil sont égaux chacun à la moyenne arithmétique des taux de rendement théoriques, notés au cours du mois qui se termine le 10 de ce mois civil, des titres de la dette de l'Etat à respectivement 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 et 10 ans que le Fonds des rentes détermine quotidiennement par interpolation mathématique.
Deze referentierentevoeten worden dagelijks door het Rentenfonds bekendgemaakt overeenkomstig artikel 2, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 20 december 2007 betreffende de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten; 2° de indexen B, C, D, E, F, G, H, I en J van een kalendermaand zijn ieder gelijk aan het rekenkundig gemiddelde der theoretische rendementsvoeten, opgetekend gedurende de maand die eindigt op de 10de van die kalendermaand, van de effecten van de Staatsschuld over respectievelijk 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 jaar die het Rentenfonds dagelijks bepaalt door wiskundige interpolatie.

L'indice de référence est calculé par le Fonds des rentes sur la base des intérêts de rendement théoriques des titres de la dette de l'État à 10 ans (OLO) visés à l'article 1, § 3, et à l'article 4 de l'arrêté royal du 11 janvier 1993 fixant les indices de référence pour les taux d'intérêt variables en matière de crédits hypothécaires.
De referte-index wordt berekend door het Rentenfonds en is gebaseerd op de theoretische rendementsvoeten van de tienjarige lineaire obligaties (OLO's) zoals bepaald door artikel 1, § 3, en artikel 4 van het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot vaststelling van de referte-indexen voor de veranderlijke rentevoeten inzake hypothecaire kredieten.

« Art. 25. - En cas de décès d'un assuré célibataire, veuf, ou divorcé, le taux de la rente d'orphelin est fixé, par enfant, à 25 % de la rente de retraite dont l'assuré bénéficiait, s'il était entré en jouissance de celle-ci et, dans le cas contraire, à 25 % de la rente théorique prévue à l'article 22».
« Art. 25. - In geval van overlijden van een verzekerde die ongehuwd, weduwnaar, weduwe of uit de echt gescheiden is, wordt het bedrag van de wezenrente vastgesteld per kind op 25 % van de ouderdomsrente die de verzekerde genoot, indien hij in het genot ervan getreden is, en in het tegenovergestelde geval, op 25 % van de theoretische rente bepaald overeenkomstig artikel 22».

« 1° si l'assuré avait atteint l'âge de 65 ans, la rente théorique est égale à la rente de retraite que l'assuré eût acquise à la date du décès».
« 1° indien de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, is het bedrag van de theoretische rente gelijk aan dat van de ouderdomsrente die de verzekerde op de datum van overlijden verkregen zou hebben».

2° la valeur de rachat théorique constituée au moment du décès de l'affilié ou les prestations qui résultent de la conversion en rente de cette valeur de rachat théorique.
2° de theoretische afkoopwaarde vastgesteld op het ogenblik van het overlijden van de aangeslotene of de uitkeringen die voortvloeien uit de omzetting in rente van deze theoretische afkoopwaarde.

Art. 8. Les prestations visées à l'article 4, § 1, 2°, sont limitées, pendant un délai de deux ans à compter de l'affiliation, à la valeur de rachat théorique constituée au moment du décès ou aux prestations correspondant à la conversion en rente de cette valeur de rachat théorique.
Art. 8. De bij artikel 4, § 1, 2°, bedoelde uitkeringen worden tijdens een periode van twee jaar te rekenen vanaf de aansluiting beperkt tot de theoretische afkoopwaarde vastgesteld op het ogenblik van het overlijden of tot de uitkeringen overeenstemmend met de omzetting in rente van deze theoretische afkoopwaarde.