En constatant que le lien entre l'annulation de la décision attaquée et les chances de promotion de la requérante n'est pas direct et que le lancement d'une procédure de promotion, après une éventuelle annulation, ne constitue qu'une possibilité parmi d'autres (points 8.4.2 et 8.4.3 de la décision de renvoi), le Conseil d'Etat n'a pas appliqué la condition de l'intérêt de manière exagérément restrictive ou formaliste.
Door vast te stellen dat het verband tussen de vernietiging van de bestreden beslissing en de bevorderingskansen van de verzoekster niet rechtstreeks is en dat het opstarten, na een eventuele vernietiging, van een bevorderingsprocedure een loutere mogelijkheid is, naast andere mogelijkheden (punten 8.4.2 en 8.4.3 van de verwijzingsbeslissing), heeft de Raad van State het belangvereiste niet op overdreven restrictieve of formalistische wijze toegepast.