Dans l'avis qu'elle a rendu le 22 août 1995 sur l'avant-projet de loi portant exécution de l'article 103 de la Constitution, celle-ci considère en effet qu'aux termes du projet soumis pour avis, « la Chambre des représentants a, comme les juridictions d'instruction, essentiellement pour tâche, désormais, d'examiner s'il existe ou non des griefs suffisants à l'encontre du ministre concerné et est tenue, le cas échéant, de le renvoyer pour jugement devant la Cour de cassation.
In het advies dat deze afdeling op 22 augustus 1995 uitgebracht heeft over het voorontwerp van wet houdende uitvoering van artikel 103 van de Grondwet, oordeelt zij immers dat volgens de bewoordingen van het voor advies voorgelegde ontwerp « de Kamer van volksvertegenwoordigers, zoals de onderzoeksgerechten, voortaan essentieel tot taak (heeft) te onderzoeken of er tegen de betrokken minister al dan niet voldoende bezwaren bestaan, en dient zij hem in voorkomend geval voor berechting naar het Hof van Cassatie te verwijzen.