En outre, je tiens à souligner que, conformément à l'article VIII. 1bis, AEPol, les membres du personnel qui n'ont pas pu prendre leur congé annuel de vacances de 2014 avant le 1 avril 2015 en raison d'un refus du congé annuel de vacances, d'un congé de maternité ou d'une absence pour maladie pendant la période de report (1 janvier 2015 jusqu'à y compris le 31 mars 2015), peuvent reporter ce congé annuel de vacances jusqu'au 1 avril 2016.
Ik wens bovendien aan te stippen dat, overeenkomstig artikel VIII. 1bis, UBPol, de personeelsleden die het jaarlijks vakantieverlof van het jaar 2014 niet hebben kunnen opnemen vóór 1 april 2015 omwille van een weigering van het jaarlijks vakantieverlof, een moederschapsverlof of een afwezigheid wegens ziekte tijdens de overdrachtsperiode (1 januari 2015 tot en met 31 maart 2015), dit jaarlijks vakantieverlof kunnen overdragen tot 1 april 2016.