16. rappelle que l'Union, en vertu de l'article 21 du traité sur l'Union européenne, est tenue de veiller à ce que son action extérieure soient conçue et mises en œuvre dans le but de consolider et de soutenir la démocratie, l'état de droit, les droits de l'homme et les principes du droit international, et que l'Union européenne et ses États membres en sont solidairement responsables; invite la vice-présidente de la
Commission et haute représentante de l'Union pour les affaires étrangères et la politique de sécurité à rendre compte régulièrement de la conformité à l'article 21 et d'étudier les moyens d'améliorer la cohérence des politiq
...[+++]ues externes, notamment du point de vue des droits de l'homme et du droit international; souligne que le suivi des politiques extérieures, au regard du respect de l'article 21, doit s'effectuer plus strictement et de façon harmonisée; insiste sur la nécessité d'obliger les partenaires à respecter les engagements qu'ils ont pris en matière de droits de l'homme en vertu d'accords avec l'Union et sur la nécessité d'utiliser, au besoin, les clauses de conditionnalité liées aux droits de l'homme dans ces accords; 16. herinnert eraan dat de EU op grond van artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie verplicht is ervoor te zorgen dat haar extern optreden zodanig wordt ontworpen en ten uitvoer gelegd dat de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten en de beginselen van het internationaal recht worden geconsolideerd en ondersteund, en dat dit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de EU
en haar lidstaten is; roept de HV/VV op regelmatig verslag te doen over de naleving van artikel 21 en te onderzoeken hoe de samenhang van het buitenlands beleid kan worden verbeterd, met name waar het de mensenrechten en het internationaal rec
...[+++]ht aangaat; benadrukt dat bij de toetsing van het externe beleid op naleving van artikel 21 een sterker geharmoniseerde en strengere aanpak moet worden gevolgd; onderstreept de noodzaak om partners te houden aan de verbintenissen met betrekking tot de mensenrechten die zij in overeenkomsten met de EU zijn aangegaan, en om, waar nodig, gebruik te maken van de voorwaardelijkheidsclausules betreffende de bescherming van de mensenrechten in deze overeenkomsten;