Il est apparu ainsi que l'enquête effectuée sur place par le SGRS concernait, au-delà du traitement du cas particulier du plaignant, le fonctionnement dans son ensemble d'une représentation militaire belge à l'étranger, et que la divulgation en tout ou en partie du rapport d'enquête, en ce compris les sources humaines qui doivent être protégées par les services de renseignement en vertu de l'article 18 de la loi du 30 novembre 1998 des services de renseignement et de sécurité, aurait incontestablement été de nature à porter atteinte à ce fonctionnement.
Hieruit is gebleken dat het onderzoek dat ter plekke werd ingesteld door de ADIV, niet enkel betrekking heeft op het specifieke geval van de klager, maar ook de werking in zijn geheel van een militaire vertegenwoordiging in het buitenland tot voorwerp had; dat de verspreiding in zijn geheel of gedeeltelijk van het onderzoeksrapport, met inbegrip van de menselijke bronnen die moeten beschermd worden door de inlichtingendiensten in uitvoering van artikel 18 van de wet van 30 november 1998 inzake de veiligheid- en inlichtingendiensten, onweerlegbaar van aard is om de werking hiervan te benadelen.