3. rappelle l'importance économique croissante du secteur des jeux d'argent et de hasard en ligne, dont les recettes annuelles ont dépassé 6 milliards d'euros en 2008, ce qui représente 45 % du marché mondial; considère, comme la Cour de justice de l'Union européenne, qu'il s'agit d'une activité économique de nature particulière; rappelle que cette croissance entraîne aussi une augmentation des coûts sociaux résultant d'un jeu compulsif et des pratiques illégales;
3. herinnert aan het groeiende economische belang van de sector onlinegokken, waar de jaarlijkse omzet in 2008 boven de 6 miljard euro is uitgekomen, wat 45% van de wereldmarkt is; deelt de mening van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat het hier om een economische activiteit met specifieke kenmerken gaat; wijst erop dat deze groei eveneens hogere sociale kosten met zich meebrengt die het gevolg zijn van compulsief gokken of illegale praktijken;