4. Sous réserve des dispositions du paragraphe 3 et par dérogation aux dispositions du paragraphe 2, les autorités de résolution peuvent prendre une mesure de résolution à l'égard d'une compagnie visée à l'article 1, point c) ou d), même si elle ne remplit pas les conditions établies à l'article 27, paragrap
he 1, lorsqu'une ou plusieurs de ses filiales qui sont des établissements, établis ou non dans l'Union, remplissent les conditions établies à l'article 27, paragraphes 1, 2 et 3 et que leurs actifs et leurs engagements sont tels que leur défaillance menace le groupe dans son ensemble ou que la législation de l'État membre applicable en mati
ère d'inso ...[+++]lvabilité requiert que les groupes soient traités comme un tout et lorsque la mesure prise à l'égard de cette compagnie est nécessaire à la résolution de telles filiales qui sont des établissements ou à la résolution de l'ensemble du groupe.4. Behoudens lid 3, in afwijking van het bepaalde in lid 2 en ondanks het feit dat een in artikel 1, onder c) of d), bedoel
de holding mogelijk niet aan de in artikel 27, lid 1, gestelde voorwaarden voldoet, kunnen afwikkelingsautoriteiten afwikkelingsmaatregelen ten aanzien van die holding nemen wanneer een of meer dochterondernemingen die instellingen zijn, ongeacht of zij in de Unie gevestigd zijn, aan de in artikel 27, leden 1, 2 en 3, gestelde voorwaarden voldoen en in een dusdanige vermogenssituatie verkeren dat het faillissement een bedreiging vormt voor de groep als geheel of indien er in het kader van het insolventierecht van de
...[+++]lidstaat een verplichting bestaat de groep als geheel te behandelen en het noodzakelijk is om ten aanzien van de in artikel 1, onder c) of d), bedoelde holding maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn voor de afwikkeling van een of meer van deze dochterondernemingen die instellingen zijn, dan wel voor de afwikkeling van de groep als geheel.