2. Si la personne à réadmettre est en possession d'un document de voyage en cours de validité et, s'il s'agit d'un ressortissant de pays tiers ou d'un apatride, également d'un visa ou d'une autorisation de séjour en cours de validité délivré(e) par l'État requis, le transfert de la personne peut avoir lieu sans demande de réadmission et, s'il s'agit d'un ressortissant de l'État requis, sans communication écrite visée à l'article 12, paragraphe 1, de l'État requérant à l'autorité compétente de l'État requis.
2. Indien de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument en, in het geval van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon, tevens in het bezit is van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning van de aangezochte staat, kan de overdracht van deze persoon plaatsvinden zonder dat de verzoekende staat bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat een overnameverzoek en, in het geval van een onderdaan van de aangezochte staat, een schriftelijke kennisgeving in de zin van artikel 12, lid 1, hoeft in te dienen.