S'agissant de la troisième branche, est avancé le fait que la créance en cause - portant sur des retenues effectuées conformément à la réglementation en vigueur - ne satisfait pas aux caractéristiques requises, au regard de l'article 1, d'être une créance actuelle et exigible, née et établie; en outre, les pensionnés peuvent difficilement prétendre avoir une espérance légitime au regard du droit belge.
Wat betreft het derde onderdeel wordt het feit aangevoerd dat de in het geding zijnde schuldvordering - die betrekking heeft op de afhoudingen die worden uitgevoerd overeenkomstig de vigerende reglementering - niet voldoet aan de ten aanzien van artikel 1 vereiste karakteristieken, een schuldvordering te zijn die actueel en opeisbaar is, ontstaan is en aangetoond; bovendien kunnen de gepensioneerden moeilijk beweren dat zij een legitieme verwachting koesteren ten aanzien van het Belgische recht.