La partie requérante dans l'affaire n° 4188
prend contre cette disposition un dixième moyen, divisé en trois branches, de la violation, en premier lieu, de l'article 12 de la Constitution (première branche), en raison de la possibilité d'une privation de liberté contraire à cette disposition, ensuite des articles 10, 11 et 191 de la Constitution (deuxième branche), en raison de l'extension de la possibilité de détention aux personnes qui ont introduit une demande
d'asile qui n'a pas encore été déclarée irrece ...[+++]vable ou non fondée et, enfin des articles 10, 11 et 191 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme, avec l'article 7 de la directive 2003/9/CE du Conseil du 27 janvier 2003 « relative à des normes minimales pour l'accueil des demandeurs d'asile dans les Etats membres » et avec l'article 31, paragraphe 1, de la Convention relative au statut des réfugiés (troisième branche), en raison de la possibilité de priver déjà de leur liberté certains demandeurs d'asile au cours de la procédure d'asile, sur la base de critères formels, alors que cette possibilité est limitée aux cas strictement nécessaires. Tegen die bepaling voert de verzoekende partij in d
e zaak nr. 4188 een tiende middel aan, dat in drie onderdelen is opgedeeld en is afgeleid uit de schending, allereerst, van artikel 12 van de Grondwet (eerste onderdeel), wegens de mogelijkheid van vrijheidsberoving in strijd met die bepaling, vervolgens, van de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet (tweede onderdeel), wegens de uitbreiding van de mogelijkheid van vasthouding tot bepaalde personen die een asielaanvraag hebben ingediend die evenwel nog niet onontvankelijk of niet gegrond is verklaard en, ten slotte, van de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet, al dan niet in samenhan
...[+++]g gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 7 van de richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 « tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten » en met artikel 31, lid 1, van het Vluchtelingenverdrag (derde onderdeel), wegens de mogelijkheid om in de loop van de asielprocedure bepaalde asielzoekers reeds van hun vrijheid te beroven op basis van formele criteria, terwijl dit enkel in strikt noodzakelijke gevallen mogelijk is.