Concernant le grief des parties requérantes selon lequel une loi matérielle serait requise pour garantir la protection juridique visée - une loi purement formelle ne suffisant pas -, la Cour considère, ainsi qu'elle l'a déjà jugé dans son arrêt n° 151/2003, que le décret attaqué constitue la disposition de droit interne requise, ayant une portée générale et impersonnelle, accessible aux parties requérantes et énoncée de manière précise, de sorte qu'elles ont pu y adapter leur comportement.
Wat betreft de grief van de verzoekende partijen volgens welke om de beoogde rechtsbescherming te waarborgen een materiële wet zou zijn vereist - een louter formele wet zou niet volstaan -, meent het Hof, zoals het reeds in het arrest nr. 151/2003 heeft geoordeeld, dat het bestreden decreet de vereiste bepaling van intern recht met algemene en onpersoonlijke draagwijdte uitmaakt waarvan de verzoekende partijen kennis konden krijgen en die in duidelijke bewoordingen is gesteld zodat zij hun gedrag erop hebben kunnen afstemmen.